Deze Upaniṣad is een meditatie over het heilige woord ‘Om’ en de betekenis hiervan voor het eigen Zelf. Hoe kunnen we in onszelf het hogere Zelf ontdekken? Dat is wat deze kleine maar zeer belangrijke Upaniṣad ons probeert duidelijk te maken.
ॐ इत्येतदक्षरमिदं सर्वं तस्योपव्याख्यानं
भूतं भवद् भविष्यदिति सर्वमोङ्कार एव
यच्चान्यत् त्रिकालातीतं तदप्योङ्कार एव ॥ १॥
oṃ ityetadakṣaramidaṃ sarvaṃ tasyopavyākhyānaṃ
bhūtaṃ bhavad bhaviṣyaditi sarvamoṅkāra eva
yaccānyat trikālātītaṃ tadapyoṅkāra eva ॥ 1॥
सर्वं ह्येतद् ब्रह्मायमात्मा ब्रह्म सोऽयमात्मा चतुष्पात् ॥ २॥
sarvaṃ hyetad brahmāyamātmā brahma so'yamātmā catuṣpāt ॥ 2॥
जागरितस्थानो बहिष्प्रज्ञः सप्ताङ्ग एकोनविंशतिमुखः
स्थूलभुग्वैश्वानरः प्रथमः पादः ॥ ३॥
jāgaritasthāno bahiṣprajñaḥ saptāṅga ekonaviṃśatimukhaḥ
sthūlabhugvaiśvānaraḥ prathamaḥ pādaḥ ॥ 3॥
स्वप्नस्थानोऽन्तःप्रज्ञः सप्ताङ्ग एकोनविंशतिमुखः
प्रविविक्तभुक्तैजसो द्वितीयः पादः ॥ ४॥
svapnasthāno'ntaḥprajñaḥ saptāṅga ekonaviṃśatimukhaḥ
praviviktabhuktaijaso dvitīyaḥ pādaḥ ॥ 4॥
यत्र सुप्तो न कञ्चन कामं कामयते न कञ्चन स्वप्नं
पश्यति तत् सुषुप्तम् । सुषुप्तस्थान एकीभूतः प्रज्ञानघन
एवानन्दमयो ह्यानन्दभुक् चेतोमुखः प्राज्ञस्तृतीयः पादः ॥ ५॥
yatra supto na kañcana kāmaṃ kāmayate na kañcana svapnaṃ
paśyati tat suṣuptam । suṣuptasthāna ekībhūtaḥ prajñānaghana
evānandamayo hyānandabhuk cetomukhaḥ prājñastṛtīyaḥ pādaḥ ॥ 5॥
एष सर्वेश्वरः एष सर्वज्ञ एषोऽन्तर्याम्येष योनिः सर्वस्य
प्रभवाप्ययौ हि भूतानाम् ॥ ६॥
eṣa sarveśvaraḥ eṣa sarvajña eṣo’ntaryāmyeṣa yoniḥ sarvasya
prabhavāpyayau hi bhūtānām ॥ 6॥
नान्तःप्रज्ञं न बहिष्प्रज्ञं नोभयतःप्रज्ञं न प्रज्ञानघनं
न प्रज्ञं नाप्रज्ञम् । अदृष्टमव्यवहार्यमग्राह्यमलक्षणं
अचिन्त्यमव्यपदेश्यमेकात्मप्रत्ययसारं प्रपञ्चोपशमं
शान्तं शिवमद्वैतं चतुर्थं मन्यन्ते स आत्मा स विज्ञेयः ॥ ७॥
nāntaḥprajñaṃ na bahiṣprajñaṃ nobhayataḥprajñaṃ na prajñānaghanaṃ
na prajñaṃ nāprajñam । adṛṣṭamavyavahāryamagrāhyamalakṣaṇaṃ
acintyamavyapadeśyamekātmapratyayasāraṃ prapañcopaśamaṃ
śāntaṃ śivamadvaitaṃ caturthaṃ manyante sa ātmā sa vijñeyaḥ ॥ 7॥
- ‘Om’. Deze lettergreep is deze hele wereld. De nadere uitleg van deze [lettergreep] luidt: ‘Wat geworden is, wat nu wordt, wat zal worden’, dit alles is de spraakklank ‘Om’. Al het andere wat de drie tijden te boven gaat, is ook de spraakklank ‘Om’.
- Want dit alles [de hele wereld] is Brahman [de goddelijke oergrond van de kosmos]. Dit eigen Zelf (atman) hier is [ook] Brahman. Dit Zelf heeft vier [gelijke] delen.
- Geplaatst in het waken, met het onderscheidingsvermogen naar buiten gericht, zevenledig, met negentien monden, ervarende het grove, wat alle mensen gemeen hebben: dit is het eerste deel.
4. Geplaatst in het dromen, met het onderscheidingsvermogen naar binnen gericht, zevenledig, met negentien monden, ervarende het subtiele, lichtgevend: dit is het tweede deel.
5. Wanneer men tijdens de slaap geen enkele begeerte meer koestert, geen enkele droom meer ziet, dan is dat diepe slaap. Geplaatst in de diepe slaap, tot Een geworden, ongedifferentieerd onderscheidingsvermogen [zonder object], bestaande in vreugde want vreugde ervarende, met het bewustzijn als mond, latent bewust: dit is het derde deel.
6. Dit is de Heer van alles, Dit is de Alwetende, Dit is de Innerlijke Bestuurder, Dit is de baarmoeder van alles, want het is de oorsprong en het einde van alle schepselen.
7. [Brahman is dat wat] Niet met het onderscheidingsvermogen naar binnen is gericht; noch met het onderscheidingsvermogen naar buiten gericht; noch met het onderscheidingsvermogen naar beide kanten gericht; noch ongedifferentieerd onderscheidingsvermogen [zonder object]; noch bewust; noch onbewust.
Ongezien; met betrekking waartoe geen handelen mogelijk is; ongrijpbaar; zonder kenmerken; ondenkbaar; niet in taal uit te drukken; in essentie het ervaren van het ene Zelf; het tot rust komen van de wereld; vol vrede; heilzaam; zonder dualiteit: zo stellen [de wijzen] zich het vierde [deel van het bewustzijn] voor. Dit is het [ware] Zelf; dit is wat men terdege moet leren kennen.