Spiritualiteit & Samenleving Spiritualiteit, Management & Samenleving Magazine Spirituality Issue 7, 21-juni-21 NL

LHBTI in perspectief van de Hindoe filosofie (deel 1)

From Dubious. Some men like Jack. And some like Jill. I'm glad, I like them both. But still…………………… In the strict ranks of gay and straight, What is my status: Stray, Or Great? - Vikram Seth (poet / writer)

Schrijver en dichter Vikram Seth is niet de enige die in vertwijfeling op zoek gaat naar een volwaardige plek en erkenning van zijn homoseksuele geaardheid in onze samenleving. Heel veel mensen op de wereld wijzen namelijk deze groep af en betitelen hun seksuele voorkeur als onnatuurlijk en zondig. Zij legitimeren deze opvatting voornamelijk vanuit hun levensbeschouwelijke overtuiging. Gelukkig groeit er nu bijna overal op de wereld het besef dat lesbische, homo- en biseksuele, transgender en intersekse (LHBTI) - geaardheid een natuurlijke, en bij de biologie van de betrokkenen horende eigenschap is. Dit laatste wordt door steeds meer wetenschappelijke studies bevestigd. Mede hierdoor en ook door sociale bewustwording is de erkenning van de LHBTI -geaardheid als gelijkwaardig aan en als een variatie op heteroseksualiteit, dat doorgaans als “normaal” wordt beschouwd, in veel landen in de wet vastgelegd. Zo mogen LHBTI-ers in Nederland sinds 2011, bijv een kind adopteren en met een partner van hetzelfde geslacht trouwen. In India hebben de bekendste spirituele leiders, zoals Swami Sri Sri Ravi Shankar, Swami Agnivesh en Dr. Asavari Herwadkar (MD) in mei 2014 een verklaring getekend waarin zij hun afkeer uitspreken tegen homofobie, criminalisering en discriminatie van LHBTI-ers. Ook Sadguru Jaggi Vasudev uitte zijn afkeuring jegens discriminatie van LHBTI-ers.

Mede gesterkt door het standpunt van deze vooraanstaande spirituele leiders procedeerde de Hijrā gemeenschap vele malen. Op 15 april 2014 stelde de Supreme Court in India vast dat Transgenders voortaan als een aparte groep zullen worden erkend onder de noemer: Hijrā’s, het derde geslacht, de derde natuur of de tṛtīyā Prakṛti. Zij hebben ook een minderheidsstatus gekregen met alle bijbehorende voorzieningen die daarmee samenhangen zoals banen bij de overheid, aparte transgender toiletten in openbare ruimten, plaatsen op universiteiten en hogescholen en wellicht aparte coupés in treinen, zoals dat reeds op drukke lijnen al voor vrouwen het geval is. Volgens de laatste telling, die in 2012 plaatsvond, stonden er 2,5 miljoen mensen in India als LHBTI-er in het bevolkingsregister ingeschreven. Het hooggerechtshof verklaarde toen ook dat de door Engelsen ingevoerde wet (hoofdstuk 16 sectie 377 van het wetboek van strafrecht, 1861) waarin homoseksualiteit als onnatuurlijk en strafbaar werd beschouwd, onconstitutioneel is en derhalve niet meer toegepast mocht worden. Het hof verklaarde voorts dat seks, in welke vorm dan ook, tussen volwassenen bij wederzijdse goedkeuring niet strafbaar is.

Als argument voor hun erkennings- en gelijkwaardigheidseis gebruikten de Hijrā’s het gegeven dat de Indiase cultuur al vanaf de Vedische tijd veelvormigheid in seksualiteit als inclusief beschouwt. Zowel geïncorporeerd in het sociaal cultureel leven als in het spiritueel geïnspireerde leven vormde het denken over een gevarieerd seksbeleving een natuurlijk onderdeel van het leven. De teksten in de oude Indiase geschriften, waaronder de Veda’s, Upaniṣads, Kāma Sūtra en Dharma Śāstra, waarin de visie op seksualiteit wordt weergegeven, ondersteunen dit idee. Ook de vele beelden en schilderijen op oude tempels, zoals Khajuraho, met uitgebreide seksuele poses, getuigen van opvattingen over seksualiteit die zeer divers zijn.

Ze verwezen ook naar de bijzondere positie van de LBGTI-ers in de Indiase samenleving. Zij bezitten namelijk spirituele gaven waarmee zij in staat zijn via zegeningen, met name bij kinderen, extra geluk te kunnen brengen: een gave die zij volgens het onderstaand verhaal persoonlijk van Sri Ram kregen. Als Sri Ram na 14 jaar ballingschap terugkeert, komt hij op de grens van Ayodhya een grote Hijrā gemeenschap tegen die hem daar opwacht. Ze hebben daar 14 jaar geleefd en een woongemeenschap gesticht. Als Ram ze vraagt waarom ze buiten de stad wonen zeggen zij: “ Toen U 14 jaar geleden vertrok, sprak u tot de duizenden tellende menigte die u naar deze plek aan de rand van Ayodhya begeleidde en zei u: “Mannen en vrouwen, ga terug naar uw huis, naar de stad Ayodhya en laat mij mijn reis nu alleen voortzetten.”

U benoemde de mannen en vrouwen maar niet de Hijrā’s. U zei niet dat ook wij naar huis, naar Ayodhya, moesten gaan. Daarom zijn wij hier gebleven. Sri Ram was zeer ontroerd, zegende hen en gaf hen als dank voor hun trouw en volgzaamheid het vermogen om anderen, met name pasgeboren baby's, te zegenen, met de belofte dat hun uitgesproken zegenende woorden altijd zouden uitkomen. Sindsdien worden de Hijrā’s in India gezien als geluksbrengers voor kinderen. Een ander belangrijk argument die de Hijrā’s aanvoerden is de grondgedachte die het Vedisch denken kenmerk: “विकृतिः एवम् प्रकृतिः Vikṛtiḥ evam Prakṛtiḥ”: verandering, is de natuur eigen. Omdat de schepping het product van een continue wisselwerking is tussen purusha én Prakṛti, of Shiva én Shakti, is verandering fundamenteel in de schepping. Purusha is het eeuwige onveranderlijke principe; een manifestatie van God. Vikriti: na de schepping; Prakṛti: de oorspronkelijk geopenbaarde natuur die een tijdelijk en veranderlijk karakter heeft. Deze gemanifesteerde natuur herbergt een veelheid aan intrinsieke eigenschappen en potenties, waaronder het vermogen tot evolutie, dat zich uitdrukt in bijvoorbeeld aanpassing aan wisselende omstandigheden, groei en diversiteit.

In de huidige tijdperken heeft de mens van vandaag verschillende veranderingen ondergaan. Dit traject kende verschillende ingrijpende gebeurtenissen zoals ijstijden, extreme droogte perioden, oorlogen, ongeneeslijke ziekten, hongersnood, enz. De mens, zowel als onderdeel van deze natuurlijke ordening als volgens de Hindoe Filosofie biologisch samengesteld uit de natuurelementen: water, aarde, vuur, lucht en ether, is dus ook onderworpen aan deze wetmatigheden van de natuur. Deze cyclische veranderingen in de mens zijn niet alleen fysiek, maar ook psychologisch, emotioneel, intellectueel, spiritueel en mogelijk ook seksueel. Vikṛtiḥ ēvam Prakṛti (dat wat verandert is ook natuurlijk) zou dus ook een erkenning kunnen zijn van die veranderingen van zowel de menselijke seksuele dimensies als de universele diversiteit. Het uitgangspunt Vikṛtiḥ evam Prakṛtiḥ wordt door verschillende teksten uit oude geschriften ondersteund. Zo wordt in de Ṛgveda, hoofdstuk X, hymne 90 aangegeven dat “Purusha, het Brahman, de enige realiteit is. Brahman is zelf de wereld geworden. Al het andere is een modificatie van Dat.” In Hoofdstuk X hymne 129 wordt het scheppingsproces beschreven als een onophoudelijk proces, dat zich in een permanente staat van wording (bhava) bevindt. Alles in de wereld is een manifestatie van die ene oerbron, Brahman. De schepping is een continu evolutieproces dat komend uit een ver verleden zich verder ontwikkelt naar een eindeloze toekomst. Er was geen zijn, er was geen niet zijn. Er was toen geen ruimte en geen firmament erboven. Welke beweging was er? En waar? Onder wiens impuls? Bestond er water, bodemloos diep? Er bestond geen dood of onsterfelijkheid, er was geen teken dat de dag onderscheidde van de nacht. Het Ene ademde ademloos, uit zichzelf, en buiten dat was er verder niets.

Duisternis was toen gehuld in duisternis; Alles wat toen bestond was leeg en vormloos. De levenskracht die gehuld was in leegte, rees op door de macht van haar gloed. Teeltdrift, uit zuivere gedachten ontsproten, was er toen in dat ene, het eerste sperma. Een band tussen het niet zijn en het zijn vonden de wijzen, die weetgierig het eigen hart ondervroegen. Hun meetlint was overdwars gespannen, wat was er bovenaan, wat was er onderaan? Er waren dragers van zaad en er waren ontvangers: beneden ontvankelijkheid, boven bevruchting.

Wie weet het werkelijk? Wie kan het verkondigen waaruit de schepping ontstond, waar vandaan ze kwam? De Goden zijn later gekomen, in het spoor van de schepping; wie weet dan waaruit de schepping is opgerezen? Waaruit de schepping is opgerezen? Misschien heeft ze zichzelf geschapen, of misschien ook niet. Hij, die in de hoogste hemel op haar neerkijkt, hij alleen weet het- of misschien ook niet.

Een andere tekst die het bhava beginsel ondersteunt vinden we in Māṇḍūkya Upaniṣad, vers 1.

हरिः ओम् । ओमित्येतदक्षरमिदं सर्वं तस्योपव्याख्यानं भूतं भवद्भविष्यदिति सर्वमोङ्कार एव | यच्चान्यत्त्रिकालातीतं तदप्योङ्कार एव ॥ 

hariḥ om | omityetadakṣaramidaṃ sarvaṃ tasyopavyākhyānaṃ bhūtaṃ bhavadbhaviṣyaditi sarvamoṅkāra eva | yaccānyattrikālātītaṃ tadapyoṅkāra eva ||

AUM de eeuwige onvernietigbare klank omvat het universum; het heden, verleden en toekomst; dat wat er was, er is en zal zijn; Alle bestaan voorbij de grenzen van tijd, ruimte en dimensies. Dat is AUM.

Ook de Vedanta filosofie ondersteunt het beginsel Vikṛtiḥ evam Prakṛtiḥ. De Vedanta gaat ervan uit dat de geopenbaarde wereld die wij om ons heen ervaren ”Māyā” is: een ”illusie”. Het is een illusoire werkelijkheid die meer is dan we ervaren, maar die tegelijkertijd steeds opnieuw wordt gemaakt en daardoor verandert. De geaardheden die onder de noemer LHBTI- groep vallen zijn, zoals de Hijrā’s dat betoogden, volledig in overeenstemming met de natuurlijke ontwikkeling van de schepping. Taboes over en afwijzingen of discriminatie van de LHBTI -groep is dus in strijd met de natuurlijke ontwikkeling en de veelvormigheid als resultaat ervan. De vragen die velen ten aanzien van de LHBTI- geaardheid opwerpen zijn: Is de LHBTI- geaardheid een eigenschap dat al vanaf de eerste mens, DNA gerelateerd, latent aanwezig was en dat gaandeweg als resultaat van toenemend sociaal en individueel bewustzijn zichtbaarder is geworden? Dit laatste mede vanwege de steeds groter wordende openheid in de wereldsamenlevingen. Of is het een reactie op vernauwing van seksuele belevingsvormen, als gevolg van het exclusiveren van heteroseksualiteit, met name in sterk religieus georiënteerde samenlevingen? Of is het zoals tegenstanders van de LHBTI dat zich afvragen een eigentijdse hype, ingegeven door sociaal culturele invloeden, trauma’s en frustraties? Wat zegt de wetenschap hierover? En wat zeggen andere Hindoegeschriften? (De discussie zal worden voortgezet in het volgende nummer van OM RISE Magazine)


  1. Dit is het eerste deel in een reeks van twee artikelen. Noot van de redactie: De redactie nodigt anderen uit die hun beschouwende mening over dit onderwerp willen geven.
  2. Swami Agnivesh : Prijswinnaar levensonderhoud; Zweden. Voorzitter van het Trustfonds van de Verenigde Naties voor hedendaagse vormen van slavernij en mensenrechten. In Genève Zwitserland. Emeritus voorzitter van de Wereldraad Arya Samaj; Sri Sri Ravi Shankar: Vooraanstaand internationaal spiritueel leider en oprichter van de World Kriya Yoga Foundation Droevige Goeroe: Internationale spirituele goeroe en oprichter van Isha Foundation; Dr Asavari Herwadkar: arts en pleitbezorger voor de Hijrā-gemeenschap in India.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *