Management & Leiderschap Spiritualiteit & Samenleving

Spiritualiteit: de brug tussen leefwereld en systeemwereld

Tekst van de Nationale Divali lezing.

23 oktober 2022 in Amare theater in Den Haag

Prof. dr. Sharda S. Nandram, Hoogleraar Business & Spiritualiteit aan Nyenrode Business Universiteit en hoogleraar Hindoe-spiritualiteit en samenleving aan de VU in Amsterdam, Adjunct professor Banasthali Vidyapith, Jaipur.

Goedemiddag dames en heren en lieve kinderen,

Namaskar,

Pranaam aan onze ouderen hier in ons midden.

In de komende 40 minuten wil ik u vertellen over Divali, ook wel het lichtjesfeest genoemd. Maar u weet al zelf zoveel over Divali. Hoeveel Divali’s heeft u al gevierd in uw leven, in Suriname, in India, in Nederland of ergens anders? Is er iets aan u veranderd na al deze vieringen? Of bent u hetzelfde gebleven en zegt u elk jaar tegen uzelf en uw familie: een shubh Divali. U herhaalt voor u en uw naasten de boodschap: dat licht duisternis overwint; dat het goede het kwade overwint. Wat doet u doorgaans nog meer? U maakt uw huis extra schoon, koopt nieuwe kleren om die op Divalidag aan te doen, u doet een puja (aanbidding) waarbij u mantras opzegt die zijn gericht aan Godin Lakshmi, u offert zoetigheden en maakt lichtjes aan, u wenst elkaar een mooie Divali, u eet puur vegetarische lekkernijen en ander voedsel. En u markeert het als een dag met een mooi begin en misschien heeft u wel diverse mooie voornemens. Maar velen van ons vergeten al heel snel de mooie voornemens en gaan vrolijk verder op de oude manier. En dit ritueel herhaalt zich jaarlijks.

Momenteel is er wereldwijd veel te veel focus op de fysieke aanwezigheid van lichten om ons heen, terwijl we te maken hebben met een steeds groter wordende duisternis van onwetendheid binnen in ons.

Kennis en wijsheid dreigen op te gaan in een blinde vlek. Welvaart wordt gereduceerd tot een egoïstische race om geld en bezit. Divali wordt een groot winkel- of marketingfestival. Op sommige plaatsen in de wereld ontstaat er een dwangmatige stoornis van consumptie. Er is te veel nadruk op vervanging van spullen in plaats van reparatie en regeneratie. Materiële zaken zoals geld en dure geschenken dreigen de dominante uitingen te worden van onze liefde en genegenheid. Er is meer nadruk aan het ontstaan op fysiek schoonmaken van onszelf in plaats van ons mentaal ‘schoon’ te maken oftewel geestelijk te zuiveren.

Heeft u zich weleens afgevraagd hoe het feest voor u meer betekenis zou kunnen krijgen? Ik heb dat wel gedaan ter voorbereiding van deze Nationale Divali lezing. Het is mij een genoegen en een eer om mijn inzichten hierover met u te delen. Daarvoor wil de organisatoren bedanken en u allen hier in de zaal. Vanuit mijn functie als hoogleraar bij de Nyenrode Business Universiteit en de Vrije Universiteit Amsterdam houd ik mij bezig met het onderwerp ’spiritualiteit’. U kunt raden dat mijn lezing hierover zal gaan.

De vraag die ik mijzelf stelde: Wat is de situatie in de wereld van vandaag en hoe kan spiritualiteit ons helpen om met de grote vragen in de huidige context om te gaan? Deze vraag plaats ik vooral  tegen de achtergrond van Divali.

Ik zal zo met u delen welke antwoorden ik vond toen ik over deze vraag nadacht. Ik verraad mijn conclusie al met u: vanuit de achtergrond van Divali gaat spiritualiteit ons helpen nieuw licht te laten schijnen op diverse grote maatschappelijke vragen en vragen in het bedrijfsleven.

Deze lezing bevat geen mooie plaatjes op een beeldscherm. Het is een lezing waarbij ik u wil betrekken. Een deel van mijn lezing zal ik ombuigen naar een geleide contemplatie. Dat houdt in dat u met uw ogen dicht naar een deel van mijn betoog gaat luisteren om de diepere betekenis ervan tot u laten komen. Spiritualiteit is immers een onderwerp dat betrekking heeft op wat ons als diepste drijft. Er is diepgang in inzichten nodig. Kennis over en inzicht in spiritualiteit is niet enkel over te brengen via een cognitief betoog. We moeten het vooral zelf ervaren. Ik noem het contemplatie omdat het betrekking heeft op nadenken en hopelijk een andere bewustzijnslaag aanspreken. Mijn aanname is dat u met de ogen dicht dieper na kunt denken  over de dingen die ik zeg waardoor ze meer bij u zullen beklijven. Maar eerst wil ik op een cognitieve manier kennis uitwisselen.

Daarbij wil ik verder ingaan op de vragen:

1. Wat is de huidige context waarin we leven?

2. Hoe kan spiritualiteit daarbij helpen? Uiteraard zal ik daarbij kort ingaan op de vraag wat spiritualiteit is.

3. Hoe geven we ruimte aan spiritualiteit?

Wat is de huidige context waarin we leven?

In de afgelopen 100 jaar heeft de wereld op verschillende belangrijke gebieden grote vooruitgang bereikt. Zo is op het gebied van gezondheid bijvoorbeeld de kindersterfte wereldwijd meer dan tien keer zo klein geworden. Wat vrijheid betreft leeft ongeveer 60% van de wereldbevolking in een democratie. De geletterdheid, oftewel de alfabetiseringsgraad is verviervoudigd en hebben ongeveer 850 miljoen mensen hoger onderwijs genoten. Er was ook sprake van een economische groei, per hoofd van de bevolking is het BBP alleen al in West-Europa meer dan vertienvoudigd. Mensen voelen zich ook gelukkiger. In de afgelopen vier decennia is het percentage mensen dat zich gelukkig voelt in veel landen met 8 tot 10% gestegen, terwijl de parameter tevredenheid met 10 tot 12% is toegenomen. Ook de ongelijkheid op het gebied van geluk neemt in een gestaag tempo af.

Maar ondanks deze vooruitgang ervaren mensen een gebrek aan grip in hun leven omdat ontwikkelingen een vluchtig karakter hebben. Ook leeft bij velen het gevoel van onzekerheid op het gebied van financiën. De hoge inflatie en energiecrisis verhoogt deze onzekerheid. De toenemende technologische vooruitgang maakt dat er veel informatie beschikbaar komt, maar dit maakt het leven bij velen juist  complexer.

Dit brengt onnodige niveaus van stress met zich mee. Doordat de wereld meer dan ooit tevoren zichtbaar met elkaar verbonden is, ontstaan gevoelens van ambivalentie als blijkt dat anderen niet dezelfde waarden erop nahouden; niet dezelfde betekenis ontlenen aan gebeurtenissen; en het besef opduikt dat er verschillende interpretaties mogelijk zijn voor dezelfde gebeurtenis of dezelfde informatie.

Een recent ‘Global Risk’ rapport van de World Economic Forum waarin ‘worlds apart’ worden beschreven, laat zien dat slechts 15% van de twee duizend ondervraagde leiders in de wereld in diverse sectoren optimistisch of positief is over de komende 10 jaar. Zorgen over de opwarming van de aarde, de sociale ongelijkheid, racisme en polarisatie, een tekort aan bepaald personeel, geven redenen voor vragen zoals:

● Zijn we wel de goede dingen aan het doen als bedrijf, organisatie of samenleving als geheel?

● Wat is betekenisvol en zinvol werk en hoe kunnen we dat faciliteren om samen meer te bereiken?

● Zijn we niet zelf onderdeel van de problemen?

● Zullen we niet zelf de hand in eigen boezem moeten steken, zelf verantwoordelijkheid nemen en de problemen zelf oplossen?

We leven in tijden van oorlog op ons continent en een gigantische inflatie. Hierdoor lijkt het geluk en welvaart van ons als mensen onder druk te liggen. Dit leidt vervolgens tot teleurstelling en frustratie die op diverse manieren naar buiten komen. Er lijkt een grote chaos te zijn ontstaan; weinig samenwerking, weinig leiderschap, weinig verantwoordelijkheid en een grote mate van ongeduld.

Zou spiritualiteit wat orde kunnen brengen in deze chaos?

Ja!  Is mijn antwoord.

Spiritualiteit geeft ruimte aan onze leefwereld. Systemen bepalen voor een groot deel onze beslissingen en handelingen. Deze systemen kunnen procedures zijn of technologie. We praten onszelf aan dat alles objectief meetbaar moet zijn, want dan is het waar. Al het andere dat we als mens gevoelsmatig ervaren en gewoon meemaken stoppen we weg als we in onze professionele context komen. We houden daarmee een groot deel van ons zelf in duisternis. 

Steeds vaker proberen we dingen te beheersen en leiding te geven door zoveel mogelijk te controleren, met regels en voorschriften, vaak gepaard met de invoering van technologische systemen. Daardoor is de input die we krijgen voor onze beslissingen (en dat gebeurt ook bij leiders), veelal vervormd. De systeemwereld is dominanter. Het kleiner maken van de leefwereld werkt beklemmend en mensen worden er benauwd van.

De oplossing zit in een combinatie van leef- en systeemwereld, maar we laten onze besluiten in de professionele context leiden door vooral de systeemwereld. In ons privé leven daarentegen weten we wel degelijk dat de leefwereld niet weg te denken is. We hebben hiermee een schizofreen bestaan opgebouwd. Hierdoor is er geen plaats voor onze echt zelf, onze authentieke aspecten als individuele mensen.

Wat is spiritualiteit?

In mijn onderzoeken definieer ik spiritualiteit als volgt. Centraal staat het vermogen om te kunnen verbinden. Spiritualiteit gaat over het ontwikkelen van het vermogen om te verbinden. Hiervoor moet met open staan voor de verbindingen die een persoon maakt met zijn waargenomen realiteit en die met de realiteit die hij niet kan waarnemen. Spiritualiteit gaat over het vermogen van entiteiten (bijvoorbeeld mens, organisatie of samenleving) om zich te verbinden met hun realiteit die voorbij gaat aan hun waargenomen realiteit. In deze definitie is er plaats voor acceptatie tijdens een reis van wat objectief waarneembaar is, naar dat wat we ervaren, tot datgene wat ons overkomt en wat we niet kunnen bevatten met ons rationeel denken. Als we alleen dat wat waarneembaar is beschouwen, dan maken we onszelf kleiner, we missen relevante informatie. Spiritualiteit gaat dus in essentie over verbinding en Divali geeft ons een mooie gelegenheid om te verbinden. Ik benoem drie soorten verbindingen.

● Met ons Zelf (diepere zelf). Daarmee geef ik aan dat we meer zijn dan ons lichaam. Deze verbinding is 24/7 beschikbaar als anker in ons.

● Met anderen, omdat dat een gevoel teweeg brengt van zich thuis voelen, erkend worden, gerespecteerd en gewaardeerd worden als mens, als professional, als vakman of vakvrouw, als student of in welke rol dan ook.

● Met het onbekende. We kunnen dit niet negeren. Iedereen maakt dingen mee die niet te verklaren zijn. Mensen geven hieraan een plek door ergens in te geloven. Voor sommigen is het een hogere energie of men geeft het de naam God.

Wat hebben we aan deze verbindingen?

De verbindingen geven ruimte aan zowel de systeemwereld als de leefwereld. Er is dan ruimte voor doen, er zijn voor jezelf, voor de ander, meedoen vanuit bezieling en erkennen dat er dingen zijn die we niet kunnen verklaren. Door aandacht te geven aan deze verbindingen, door daar bewust van te worden

● kan er rust komen. Want mensen zullen ervaren dat er een plek is voor mens-zijn, voor de menselijke maat, voor menselijke waarden.

● kunnen er initiatieven ontstaan om de hand in eigen boezem te steken. We praten hier over eigenaarschap.

● kan er verbeeldingskracht ontstaan en daarmee ook creativiteit, dat eventueel kan resulteren in ondernemerschap en innovaties.

Spiritualiteit geeft ons toegang tot onbenut kapitaal. In een wereld met zoveel hardnekkige problemen hebben we dergelijk onbenut kapitaal hard nodig.

Hoe geven we ruimte aan spiritualiteit?

Het inzetten van spiritualiteit gaat niet vanzelf. We zullen daarvoor een ander infrastructuur moeten ontwikkelen, voor onze manier van kijken en handelen zowel in bedrijven, organisaties als in onze samenleving als geheel. Daarbij zullen we ook moeten accepteren dat een deel van dat bewustzijn onbekende trekken heeft die we niet zullen weten door onze beperkte cognitieve, intellectuele vermogens. De alternatieve infrastructuur die ik u wil geven ontwikkelt zich in het samenspel tussen doen, er zijn en het laten gebeuren.

We moeten het aspect van ons bewustzijn dat in slaaptoestand is terecht gekomen, wakker maken. Als je iets niet gebruikt dan vergeet je dat het er is. Dat is wat er is gebeurd. We zijn mensen gaan zien als machines, we hebben ze gereduceerd tot objecten. Er is daarmee minder ruimte voor bezieling, voor het onbenut kapitaal dat iedereen in zich heeft. Als je iets verkeerd gebruikt dan vang je daarvoor vroeg of laat klappen op. De huidige klimaatcrisis is de klap die we momenteel opvangen. We proberen de baas te spelen over de natuur. We zijn arrogant naar de natuur. Stelt u zich voor dat we onszelf zien als een korrel zand in het gehele universum. Hoe zouden we ons dan gedragen? Zouden we ons niet dienstbaarder opstellen? Naar de natuur, naar anderen en daarmee bewuster omgaan met hulpbronnen en nadenken over wanneer we ergens genoeg van hebben. Hoe dan ook, we kunnen spiritualiteit niet negeren. Als we dat doen dan negeren we onze eigen menselijkheid. Iedereen weet diep van binnen dat er meer is dan we met onze zintuigen kunnen waarnemen.

Om spiritualiteit als oplossingsrichting aan te spreken moeten we er zelf iets voor doen. We zijn zelf het instrument. Dat besef moet er komen. We moeten andere manieren van weten toelaten, ruimte geven voor zowel rationeel denken, dingen kunnen meten, maar ook dingen die we voelen toelaten in onze handelingen. We moeten ruimte laten voor datgene waar we overtuigd van zijn en waarin we geloven. En daarmee kunnen we ons openstellen voor een ander niveau van ons bewustzijn.

Een methode die ik hiervoor geschikt vind is het stellen van diepe vragen of zogenaamde ‘Trage vragen’. Het woord zegt het al, er is tijd nodig om ze te beantwoorden en wellicht zijn er niet altijd eenduidige antwoorden op die vragen of we zullen het antwoord nooit kunnen geven. Ik zal in de instructies die ik u straks ga geven voor uw contemplatie, ook een aantal indringende vragen oplezen. Nadenken hierover helpt ons om nieuwe oplossingsrichtingen te exploreren.

Nu wil ik graag uw aandacht voor het tweede deel van mijn lezing. Na deze lezing gaan we de diya aansteken, u zult dan ervaren hoe het is om de externe diya te zien. Nu vraag ik uw aandacht voor de reis naar uw interne diya.Laten we genieten van het zoeken naar het spirituele licht (de diya).

[[Contemplatie instructies en begeleiding
Ik zou u willen vragen om vanaf nu uw ogen te sluiten en comfortabel te zitten. Tegen de kinderen in de zaal wil ik zeggen: ga ook lekker zitten en doe je ogen dicht, het is niet erg als je in slaap valt maar ik denk dat dat niet zal gebeuren. Laten we met onze ogen dicht op reis gaan en de wijsheid ervaren die via onze wijsgeren aan ons is gegeven. Luister aandachtig terwijl u uw ogen gesloten houdt en laat het allemaal tot u komen ………………………]]

Vind de diya, het licht dat in u brandt, sinds de eeuwigheid. Noem het uw spirituele licht. 

Dit is de diya die door de karmische cycli nooit is uitgedoofd, die er altijd was en altijd daar is.

Het is het spirituele licht, het eeuwig aanwezige licht dat nog nooit is uitgedoofd. Ik ga twee mantras over dit licht opzeggen.

De Bṛhadāraṇyaka Upaniṣad zegt het zo mooi:

 asato mā sadgamaya, tamaso mā jyotirgamaya, mṛtyormā’mṛtaṃ gamaya. 
Van het kwade leidt mij naar het goede, van de duisternis leidt mij naar het licht, van de dood leidt mij naar de onsterfelijkheid.
 (Bṛhadāraṇyaka Upaniṣad 1.3.28)

De Ṛgveda zegt het ook zo mooi:

oṃ bhūr bhuvaḥ suvaḥ tat savitur vareṇyaṃ 
bhargo devasya dhīmahi dhiyo yo naḥ pracodayāt
Laten we mediteren over die voortreffelijke glorie van het goddelijke Licht (Verlevendiger, Zon). Moge hij ons begrip (in de vorm van kennis en intellectuele verlichting) stimuleren.
(Ṛgveda 3.62.10)

Wie is dat licht? Dit is het licht dat u begeleidt bij het beantwoorden van de vragen: Wie ben ik? Hoe ben ik verbonden met de wereld om mij heen? Het licht dat de weg verlicht van weten naar ervaren. Het licht dat het pad verlicht van weten naar ervaren en vervolgens naar zelf-realisatie.

Het licht dat zo mooi door Shri Krishnaji in de Bhagavad Gita wordt verwoord:

kaviṃ purāṇamanuśāsitāra maṇoraṇīyaṃsamanusmaredyaḥ,sarvasya dhātāramacintyarūpa mādityavarṇaṃ tamasaḥ parastāt. 
Wie mediteert over de Alwetende, de Oude, de Heerser (van de hele wereld), kleiner dan het atoom, de Ondersteuner van alles, van Onvoorstelbare Vorm, Overvloedig als de Zon en voorbij de duisternis (van onwetendheid) . . .
(Śrīmadbhagavadgītā 8.9)

 prayāṇakāle manasā’calena bhaktyā yukto yogabalena caiva,bhruvormadhye prāṇamāveśya samyak sa taṃ paraṃ puruṣamupaiti divyam.
Op het moment van de dood, met een onbewogen geest vol toewijding, door de kracht van Yoga de hele Prana (adem) vastzettend tussen de twee wenkbrauwen, bereikt hij (de zoeker) de Allerhoogste schitterende Purusha.
(Śrīmadbhagavadgītā 8.10)

 jyotiṣāmapi tajjyotistamasaḥ paramucyatejñānaṃ jñeyaṃ jñānagamyaṃ hṛdi sarvasya viṣṭhitam 
Dat (Brahman), het Licht der lichten, wordt gezegd voorbij de duisternis te zijn; (Het is) Kennis, het Object van Kennis, zetelend in de harten van allen, te bereiken door Kennis.
(Śrīmadbhagavadgītā 13.18)

Deze verzen vat ik samen in mijn eigen woorden:

Het licht dat stralend is als de zon en voorbij de duisternis van onwetendheid………..

Het licht dat subtieler is dan het subtielste, en ook groter dan het grootste licht……….. 

Het licht als bron, voorbij de duisternis van de materie……….. 

Het licht dat staat voor kennis, het object van kennis, en het doel van kennis. Het licht dat zich bevindt in ieders hart. Het is het licht dat ons meer dimensies van het weten introduceert, dat ons vertelt wat het samenspel is tussen onze ratio en onze overtuigingen. Dat ook ruimte geeft aan ons om te mogen geloven in dingen die we niet kennen, in dingen die deels ervaarbaar zijn maar ook in dingen die altijd onbekend zullen blijven. 

Deze reis die u met mij maakt is een eerbetoon aan het oneindige eeuwige spirituele licht dat we allemaal in ons hebben……

En die ons verder voert naar nog diepere vragen over de realiteit. Naar vragen over het bestaan van alles wat we waarnemen. Naar vragen over hoe alles, de hele schepping is ontstaan. De nasadiya sukta uit de Rig Veda begeleidt ons naar mooie inzichten daarover die ik nu met u wil delen. U kunt nog steeds met gesloten ogen naar mij luisteren.

Ik zal een vrije vertaling van de nasadiya sukta uit de Rig Veda oplezen. De vertaling van het Sanskrit naar het Engels is afkomstig van Swami Tadatmananda. Ik geef u mijn Nederlandse vertaling hiervan.

1. nā́sad āsīn nó sád āsīt tadā́nīṃ nā́sīd rájo nó víomā paró yát
Toen het universum ongemanifesteerd was, bleef het in een tussenstaat. In die ongemanifesteerde toestand ging het universum volledig op in maya oftewel illusie. Er was geen wereld beneden, noch ruimte boven. Geen van de veertien loka’s of werelden die in de hindoe mythologie worden beschreven, bestond toen.
kím ā́varīvaḥ kúha kásya śármann ámbhaḥ kím āsīd gáhanaṃ gabhīrám
Wat was bedekt? Wat was toen versluierd of verduisterd door de mysterieuze duisternis van maya (de illusie)? Waar? Waar kon iets bestaan? Zelfs de ruimte zelf bestond toen niet. Voor wie kon er geluk zijn? Niet alleen het universum was ongemanifesteerd, maar ook bewuste wezens waren ongemanifesteerd. Er waren geen wezens aanwezig om het bestaan of de afwezigheid van iets te ervaren. Wat was er dan wel aanwezig? Was er alleen water, mysterieus en diep? Nee. Zelfs fundamentele elementen als water moesten nog ontstaan.

2. ná mr̥tyúr āsīd amŕ̥taṃ ná tárhi ná rā́triyā áhna āsīt praketáḥ
Er was toen noch dood noch onsterfelijkheid. En, er was geen teken van nacht of dag.Er was geen maan of zon, geen maanden of jaren. De tijd zelf bestond niet.
ā́nīd avātáṃ svadháyā tád ékaṃ tásmād dhānyán ná paráḥ kíṃ canā́sa
Hoewel er geen lucht was, geen lucht om te ademen, ademde de Ene door de kracht van maya. Ademen is hier een metafoor voor de bron van prana, de bron van het leven. En anders dan dat, anders dan de Ene, het non-duale brahman (oftewel het universele bewustzijn of het spirituele licht) vergezeld van maya, bestond er niets anders zolang het universum in een ongemanifesteerde staat bleef.

3. táma āsīt támasā gūháḷam ágre apraketáṃ saliláṃ sárvam ā idám
In het begin, voordat het universum manifest werd, was slechts duisternis bedekt door duisternis. Alles was bedekt met de mysterieuze duisternis van maya. Dit alles, het ongemanifesteerde universum, was als onpeilbaar water. Helemaal niets kon worden waargenomen totdat de kracht van maya het universum weer manifest maakte.
tuchyénābhú ápihitaṃ yád ā́sīt tápasas tán mahinā́jāyataíkamNu komt het eigenlijke moment van de schepping. Dat wat volledig bedekt was door duisternis, het ongemanifesteerde universum, opgaand in maya en bedekt of verborgen door haar mysterieuze kracht, kwam tevoorschijn als het universum door de scheppingskracht, door maya’s buitengewone vermogen tot onbegrensde creativiteit. 

4. kā́mas tád ágre sám avartatā́dhi mánaso rétaḥ prathamáṃ yád ā́sīt
Eerst ontstond het verlangen oftewel de drang of eerste impuls om het universum manifest te maken. Ontstaan in welke vorm? Als het oerzaad voor de geest van allen. Als gevolg van de karmische impuls schiep maya intelligente wezens zodat ze de resultaten konden ontvangen van daden die ze in hun vorige levens hadden begaan. 
sató bándhum ásati nír avindan hr̥dí pratī́ṣyā kaváyo manīṣā́
Om het verband te ontdekken, om de relatie tussen de niet-gemanifesteerde en de gemanifesteerde wereld te begrijpen hebben de wijzen, de verlichte rishi’s en yogi’s deze waarheden gegeven. Deze waarheden konden ze ontdekken die niemand anders kon ontdekken. Hiervoor zochten ze wijselijk in hun hart, hun aandacht naar binnen richtend, weg van de wereld, en naar de goddelijkheid, het spirituele licht.

5. tiraścī́no vítato raśmír eṣām adháḥ svid āsī́d upári svid āsīt
Alles, de elementen van ruimte, lucht, vuur, water en aarde die ontstonden door de kracht van maya, verspreidde zich snel, zich uitstrekkend naar elke hoek van de kosmos, als lichtstralen die naar buiten straalden. Wat zou zich hieronder kunnen bevinden? Wat verspreidde zich in de lagere delen van het heelal? Wat was er boven? in de hogere regionen van de kosmos?
retodhā́ āsan mahimā́na āsan svadhā́ avástāt práyatiḥ parástāt
Er waren levende wezens, die in staat waren tot actie en ervaring, en materiële elementen, objecten die door die levende wezens werden ervaren. Objecten als voedsel waren beneden, met een inferieure natuur. Wezens die ze consumeerden waren boven, met een superieure natuur als bewuste, levende wezens.

6. kó addhā́ veda ká ihá prá vocat kúta ā́jātā kúta iyáṃ vísr̥ṣṭiḥWie weet het echt? Wie weet hoe de wereld eigenlijk is geschapen? Wie van alle mensen hier, kan het echt verklaren? Wat uitleggen? Waaruit en door wie is deze wereld geschapen?Wie is precies de intelligente schepper van de wereld, en uit welke substantie of materiaal werd zij geschapen? 
arvā́g devā́ asyá visárjanena áthā kó veda yáta ābabhū́va
Zelfs de goden, zoals Indra, Agni en Vishnu, kwamen na de schepping van de wereld en daarom konden zij het moment waarop de wereld manifest werd niet hebben waargenomen. Wie weet dan waar het vandaan kwam, van wie of wat de kosmos voortkwam. Geen enkel menselijk wezen en zelfs de goden konden dat NIET uit de eerste hand weten.

7. iyáṃ vísr̥ṣṭir yáta ābabhū́va yádi vā dadhé yádi vā ná
Hij uit wie deze schepping voortkwam, de Ene, het non-duale brahman verbonden met maya, die bekend staat als Ishvara, de schepper, onderhouder en vernietiger van het universum, Hij weet of Hij de schepper ervan is of niet. Wie anders zou dat kunnen weten? Niemand anders was aanwezig op het moment van de schepping.
yó asyā́dhyakṣaḥ paramé vyoman só aṅgá veda yádi vā ná véda
De opperste heerser van de wereld, die, alomtegenwoordig en alwetend is, Hij weet het inderdaad.Hij alleen weet het. Zo niet, dan weet niemand het. Gelukkig werd deze kennis van de schepping ontdekt door de oude wijzen, zij die gezegend waren met het buitengewoon zeldzame vermogen om te zien wat anderen niet konden zien, om te begrijpen wat anderen niet konden bevatten. Die rishi’s brachten hun ontdekkingen tot uitdrukking in de Vedische geschriften die we vandaag de dag bestuderen.

Dit waren de zeven verzen uit de nasadiya sukta. Nu we geproefd hebben wie we werkelijk zijn, laten we met een nieuwsgierige geest nadenken over enkele indringende vragen. Hoe gaan we om met materiële welvaart? Hoe staat dit in verhouding tot de spirituele verdieping en nieuwsgierigheid die we vroeg of laat ontwikkelen? Kunnen materiële behoeftes bestaan naast spirituele behoeften? Hoe kijken we naar de wijze waarop we omgaan met moeder aarde? Hoe kijken we naar de wijze waarop we omgaan met klimaatproblemen? Moeten we de natuur als een object controleren en domineren om  zoveel mogelijk onze materiële behoeften te realiseren? Is de natuur onze beste vriend? Is de natuur onze gids? Wat doen we om het verlies aan biodiversiteit tegen te gaan? Wat doen we om polarisatie tegen te gaan?

Als ons binnenste, ons spirituele licht ons anker wordt in alles wat we doen, hoe gaan we om met verschillen? Als we allemaal met elkaar verbonden zijn, en op het onderliggende niveau u en ik en al die andere mensen en wezen en zelfs dingen die er zijn, afstammen van dat ene bewustzijn, van hetzelfde spirituele collectieve licht, hoe kijken we dan naar problemen in de wereld? Zowel grote als kleine problemen, zowel van uzelf als die van anderen? Hoe gaan we met elkaar om in onze professionele context?

Geven we elkaar de ruimte in het bedrijfsleven om het beste uit ons verborgen kapitaal te halen en deze te laten zien? Nemen we de tijd voor de ander? Voor andere gezichtspunten? Geven we genoeg ruimte aan anderen om zich ook thuis te voelen ongeacht hun keuzes, ongeacht hun geloofsgemeenschap of cultuur? Zijn wij zelf niet een onderdeel van alles wat we natuur noemen? Wat is onze rol in al deze grote maatschappelijke vragen? Met Divali staat Godin Lakshmi centraal en is het symbool voor voorspoed. Gaat het om alleen voorspoed voor uzelf en uw familie en gaat het om alleen voorspoed in materiële zin? Als we aannemen dat het materiële licht ook maar duisternis is, zouden we nog steeds aan dezelfde race meedoen om alsmaar meer welvaart alleen voor onszelf na te streven? Of wordt het een gezamenlijke inspanning om te zorgen voor welvaart voor allen?

Ik laat deze vragen aan u over om er met plezier over na te denken in het licht van onze vedische wijsheid. Ik hoop dat we ons allemaal verbonden voelen met het licht binnenin en ons voorbereiden op de verbinding met het licht buiten.

Ik wil de geleide contemplatie eindigen met een mantra:

oṃ pūrṇam adaḥ pūrṇam idam pūrṇāt pūrṇam udacyate, pūrṇasya pūrṇam ādāya pūrṇam evāvaśiṣyate. oṃ śāntiḥ śāntiḥ śāntiḥ
Om! Dat is oneindig (de mens), en dit (universum) is oneindig. Het oneindige komt voort uit het oneindige.(Dan) neemt de oneindigheid van het oneindige (universum), wat blijft is nog steeds het oneindige (Brahman) alleen.

Om! Vrede! Vrede! Vrede!

Samenvatting

Mijn boodschap voor Divali is dat we op zoek gaan naar het spirituele licht. Dat spirituele licht helpt ons om de verbindingen op diverse niveaus te maken: met onze diepe Zelf, met anderen en met een hogere energie. We hebben daarvoor een andere infrastructuur nodig. Dat heb ik u zojuist laten ervaren. Ik hoop dat u nu in staat bent om het materiële licht te zien met behulp van uw spirituele licht. En dat u het externe licht nog meer kan verlichten.

Divali vertelt ons niet alleen over het externe licht in de vorm van de diya maar ook over het spirituele licht in ons dat er altijd al is, vaak als onbenut kapitaal, maar dat vooral in de huidige tijd waarin we leven hard nodig is. Als we ons daarvan bewust worden, dan geven we ruimte voor zowel de leefwereld als de systeemwereld. Beide putten immers uit hetzelfde bewustzijn. Dan is Divali een expressie van materiële en spirituele voorspoed samen. 

Hartelijk dank voor uw aandacht.

Namaskaar en Pranaam!