Een sterke verwijzing naar euthanasie als oplossing voor ondraaglijk lijden vinden we aan het eind van de Mahābhārata. De Kaurava’s, die de verpersoonlijking van onrechtvaardigheid en slechtheid vormen, worden verslagen door de Pāṇḍava’s die rechtvaardigheid en goedheid verpersoonlijken. Koning Dhārtarāṣṭra, verwant aan de Kaurava’s en het symbool van onwetendheid, weent en jammert over zijn zonen en familie die verslagen zijn. Samen met zijn vrouw Gāndhārī brengt hij een bezoek aan het slagveld, waar de laatste doden nog liggen, zwaar verminkt en hun vrouwen en kinderen huilend en treurend ernaast.
Gāndhārī en Dhārtarāṣṭra wenen en jammeren als ze hun zonen daar zien liggen. Ze willen niet meer leven, want alles wat hun nabij was, is dood (Mahabh. 592). Wijzen proberen hen te troosten. Eenmaal terug in het paleis krijgt Dhārtarāṣṭra geen kans om over zijn intense verdriet heen te groeien. De koning was een groot liefhebber van vlees. Telkens als hij de botten van geserveerde dieren met zijn stevige tanden kraakte en het vlees met scheurgeluiden ervan afrukte, wakkerde Bhima een hoge mate van verdriet aan. Bhima had zijn twee sterkste zonen Duryodhana en Duḥśāsana vermoord. Bhima vond het nodig om steeds op te merken dat dit geluid precies overeenkwam met dat van toen hij Duryodhana’s dijbeen brak en de borstkas van Duḥśāsana openscheurde. Het verdriet cumuleerde gaandeweg de tijd tot zo een intensiteit, dat Dhārtarāṣṭra besloot zich met zijn vrouw Gāndhārī (en Kunti, zijn schoonzus) terug te trekken in het bos. Door te mediteren en een ascetisch leven te leiden deed hij boete voor zijn zonden, met name voor de negatieve opvoeding van zijn zonen, want die waren vervuld van machtszucht, materialisme en onrechtvaardigheid.
Op een gegeven moment brak er brand uit in het bos. Dhārtarāṣṭra weigerde te vluchten voor het vuur, waarmee ze dus koos voor de dood, net als Gāndhārī en Kunti.
Sinds kort is er in Nederland ook de roep naar het legaliseren van het beëindigen van het leven wanneer een individu zijn leven als voltooid acht. De continue gedachte dat het leven voltooid is en hij/zij geen doelen meer heeft en ook geen zin meer heeft verder te leven, wordt gezien als geestelijk eindeloos lijden. Ook de VVE (vereniging voor vrijwillige euthanasie) wil dat deze categorie het recht krijgt tot beëindiging van hun leven zonder sanctionele gevolgen voor nabestaanden. De wet die dit mogelijk moet maken wordt in de loop van 2021 door het parlement behandeld.
Hindoes die voorstanders zijn van deze gedachte vinden een bevestigende verwijzing in de Mahābhārata. Tegen de tijd dat koning Yudhiṣṭhira ruim 36 jaar als koning heeft geregeerd, krijgt Arjuna van Śrī Kṛṣṇa, die optreedt als hun levensgids, de boodschap dat hun missie is voltooid. De grote filosoof, dharma kenner, en guru van de Pāṇḍava’s, verklaart aan Arjun en de overige Pāṇḍava’s, dat hun missie is voltooid en dat zij nu moeten vertrekken om moksha te verkrijgen. De Pāṇḍava’s weten dat ze alleen zonder hun fysieke lichaam de hemel kunnen bereiken. Overtuigd dat hun leven en missie voltooid is trekken zij de Himalaya in. Ze kiezen dus voor een gewisse dood, een voor een vallen ze dood neer. Alleen Yudhiṣṭhira mag met behoud van zijn lichaam de hemel betreden. Tot slot, er zijn overtuigde tegenstanders van euthanasie die vanuit de hindoefilosofie hun overtuiging beargumenteren dat je niet mag ingrijpen in het natuurlijk verloop van het leven. Iemand voortijdig doden is namelijk ook een zaak van slechte karma.
“Geweldloosheid is de hoogste vorm van ethisch handelen. Dit houdt in: niet doden, geen letsel aanbrengen, geen schade aanbrengen. Dood een mens niet, bega geen zelfmoord”
(Shikshapari of Lord Swaminarayan; Bodleian library, University of Oxford)
Toch zijn we ongewild dagelijks bezig (op celniveau) te tornen aan ons natuurlijk verloop van het leven, bijvoorbeeld door ongezonde voeding, leefstijl of overconsumptie. Volgens een studie van de WHO (Wereld Gezondheids Organisatie) stierven er in 2019 alleen al in Europa 80.000 mensen vroegtijdig als gevolg van luchtvervuiling. Tot hen die euthanasie wel als een oplossing zien voor langdurig ondraaglijk lijden zeg ik: “Het is jouw persoonlijke karma of individuele verantwoordelijkheid. De intentie van waaruit je je keuze maakt is het belangrijkst.”
इति ते ज्ञानमाख्यातं गुह्याद्गुह्यतरं मया ।
विमृश्यैतदशेषेण यथेच्छसि तथा कुरु ॥
iti te jñānam ākhyātaṁ guhyād guhya-taraṁ mayā
vimṛśyaitad aśeṣeṇa yathecchasi tathā kuru
aldus heb Ik je de vertrouwelijkste van alle kennis uiteengezet. Overleg nu grondig bij jezelf wat je te doen staat en doe wat je wilt. (Bhagavad Gītā 18.63)
Aan de andere kant is het ook jouw persoonlijke plicht om goed te zorgen voor je lichaam, het huis van je ziel. Als je euthanasie overweegt, zullen veel familieleden uit gehechtheid en het gevoel jou nooit meer te zullen zien en te spreken, jou afraden deze keuze te maken. Uiteindelijk is het toch jouw plicht om deze keuze te maken: eindeloos lijden en anderen te laten medelijden; of, het lichaam, dat niet meer geschikt is om enige vorm van motorische karma te verrichten, te verlaten.
श्रेयान्स्वधर्मो विगुणः परधर्मात्स्वनुष्ठितात् ।
स्वधर्मे निधनं श्रेयः परधर्मो भयावहः ॥
śreyān sva-dharmo viguṇaḥ para-dharmāt sv-anuṣṭhitāt
sva-dharme nidhanaṁ śreyaḥ para-dharmo bhayāvahaḥ
Het is veel beter je eigen voorgeschreven plicht te doen, dan die van een ander. Want als men tijdens zijn eigen plichtsvervulling fouten maakt of zelfs gedood wordt , is dit beter dan andermans plicht op zich te nemen, want het is gevaarlijk de weg van een ander te volgen. (Bhagavad Gītā 3.35)