Prof. dr. Sharda S. Nandram, Vrije Universiteit Amsterdam en Nyenrode Business Universiteit
Ik vroeg mijn 94-jarige vader wat zijn herinneringen zijn van het Divalifeest. [1] Zoals zo vaak, blijkt hij er vele te hebben. “Ik kan mij nog herinneren hoe vrouwen voorafgaand aan Divali van huis naar huis gingen om grote manden vol met diyás (aardepotjes met geklaarde boter en katoenen lont om licht aan te steken) te verkopen. Al dagen ervoor begon mijn Nani (grootmoeder van moeder’s zijde) met de voorbereidingen. Ze maakte verschillende soorten zoetigheid klaar, zoals Gulab Jamun, Barfi en Sew. Speciaal voor het feest maakte ze de gerechten die de mensen uit Rajasthan bereidden. Veel van die gerechten, zoals Laapsi, Rabdi, Jelebi, en Batasha, kennen de mensen in Suriname niet meer”.
Terwijl hij aan het vertellen is, komen bij mijzelf ook herinneringen boven. Ik kan mij herinneren dat mijn moeder het belangrijk vond dat het hele huis grondig schoon was en dat we schone kleren droegen. Al het koperwerk moest in de dagen vóór Divali gepoetst worden. Mijn moeder vond dat we niet alleen van buiten schoon moesten zijn, maar dat we ook van binnen schoon moesten proberen te zijn. Als jong meisje had ik altijd het idee dat we op de dag van Divali ons zo perfect mogelijk moesten gedragen. Als we dat zouden verpesten en op de dag van Divali onderling ruzie zouden maken, lelijk over een ander zouden spreken, of zelfs denken, dan zou dit het hele jaar negatief kunnen beïnvloeden. Je zou dan een heel jaar moeten wachten op een nieuw Divalifeest en zou als het ware een jaar lang in ‘duisternis’ moeten leven, voordat je weer zou kunnen proberen om als een ‘goed’ mens verder te leven.
“Je moeder stak veel diyá’s aan”, vertelde mijn vader. “Dit deed ze om alle donkere plekken rondom het huis te verlichten. Een aantal diyá’s werden in het huis aangestoken. Het eerste licht dat op die dag aanging was een diyá. De huisverlichting werd pas aangezet als een diyá vanzelf was uitgegaan. Omdat de vele diyá’s rondom het huis veel licht gaven en de deuren en ramen open stonden, was het gewone licht alleen nodig om de gekleurde lampen op ons balkon aan te zetten, waarmee de dag extra feestelijk werd”.
Mijn vader maakte zelf ook licht in metalen potjes. Hij goot er benzine in, deed er een katoenen lont in en stak deze op de dag van Divali aan. “We noemden de benzine Titatail. Mensen uit de hele buurt vonden het wel mooi om iets anders te zien dan alleen de diyá’s. Deze zelfgemaakte lantaarns stonden dan op een rij aan de voorkant van ons huis op de stenen pilaren van de poorten”.
Ik vroeg mijn vader of dit achteraf gezien niet gevaarlijk was, bijvoorbeeld bij wind, maar hij bezweert me dat er nooit ongelukken zijn gebeurd met deze lantaarns. Het was altijd warm, droog en windstil in Suriname, waardoor de lampjes tot laat in de avond bleven branden.
Hoe vieren we het Divali feest in Nederland? Toen mijn dochter 4 jaar oud was vroeg ze mij op de dag van Divali wanneer ze nou eindelijk eens zou komen. Het was inmiddels al laat voor haar en ze wilde gaan slapen. “Ik ben zo moe, maar ik wil haar wel zien”. Als hindoestaanse moeder had ik haar Divali-verhalen meegegeven. Op de schooldag voor Divali gaf ik haar zowel een diyá met een theelichtje als een doosje met zoetigheid voor haar Juf Danielle mee. Als klassenmoeder had ik een goede relatie met de Juf, die zeker open stond voor feestdagen die ze zelf niet kende.
Uit het verhaal van mijn dochter maakte ik op dat de Juf er aandacht aan had besteed. De kinderen hadden wat lekkers uit ‘de doos’ gekregen en ze had het verhaal van Lakshmi Mata voorgelezen, waarin stond dat Lakshmi Mata iedereen die in het licht leeft komt opzoeken. Mijn dochter zat daarom ook letterlijk die avond te wachten op de komst van de Godin Lakshmi. Op elk Divali feest vertel ik haar dit verhaal en nu ze ouder is begrijpt ze dat het vooral gaat om het aansteken van het Licht in onszelf.
Het Divali feest heeft naast de sociaal culturele dimensie ook een economische en een diepere spirituele dimensie. Door mijn verdieping in Hindoe Spiritualiteit weet ik dat er door hindoes in zowel diverse streken in India als andere delen van de wereld verschillende betekenissen worden gegeven aan dit feest. In sommige plaatsen noemt men het Divali-feest Deepawali.
Er gaan uiteenlopende verhalen rond over het feest. Sommigen vieren de terugkeer van Bhagwan Ram naar zijn huis in Ayodhya, nadat hij de de koning van Lanka, Ravana, had verslagen. Er wordt beweerd dat de mensen in Ayodhya hem destijds verwelkomden door lampen en diya's aan te steken. Anderen maken de verbinding tussen Divali met de Godin Lakshmi en Kubera Puja (Symbool van voorspoed).
In feite duurt Divali vijf dagen. Ik merk dat het buiten India vooral gaat om de viering van de derde dag van Divali. Men slaat de twee dagen ervoor (Dhanteras en Narak Chaturdashi) en de twee dagen erna (Govardhan Puja en Bhai Dooj) doorgaans over, al is men tegenwoordig meer op de hoogte van de eerste dag Dhanteras. Dhanteras wordt gezien als de Bhagwan van de Ayurveda om de mensheid te verlossen van het lijden als gevolg van ziektes.
Omdat het de eerste dag van het feest is wordt de Goddelijke manifestatie in de vorm van welvaart, welkom geheten. Sommigen steken een diyá aan en plaatsen deze buiten bij de voordeur. Anderen maken bij de voordeur een vloerschilderij (rangoli) in de vorm van voetafdrukken met rijst en gekleurde poeder. Landbouwers gebruiken deze dag ook om hun oogst te vieren. Met het geld dat ze verdienen van de eerste verkoop van hun gewassen kopen ze goud of zilver en daarmee krijgt de economie een impuls. Deze gewoonte leeft nu niet alleen voort in de familie van de agrariërs. Mensen uit diverse lagen van de Indiase bevolking sparen het heel jaar geld om op deze speciale dag goud of zilver aan te schaffen en beschouwen deze aankoop als een goede geldinvestering.
De laatste dag, Bhai Dooj, is te vergelijken met het Raksha Bandhan feest, waarbij de band tussen gezinsleden wordt gevierd, zoals die tussen broers en zussen. Op de tweede dag wordt Narak Chaturdashi, ook wel Choti Divali genoemd, gevierd en dit wordt gezien als vernietiging van negatieve energie in ons. Sommige mensen steken een diyá aan voor de achterzijde van hun huis, als symbool voor de overwinning van duisternis door licht. In het huis worden ook enkele diyás aangestoken.
Op de vierde dag wordt de Govardhan Puja gevierd als uiting van dankbaarheid en overwinning van arrogantie. Sommige tempels in ons land besteden hier wel aandacht aan. Bij alle hindoes wordt doorgaans de derde dag, dus de dag van Divali/Deepawali, beschouwd als de belangrijkste dag. Dit jaar valt de vijf-daagse viering in de periode van 12 tot en met 16 november.
Deze vijfdaagse viering kan men ook zien als een manier om aandacht te schenken aan de fysieke, vitale, mentale, psychische en spirituele facetten in ons. De vijf dagen vormen als het ware vijf lagen van ons bewustzijn, waardoor al onze ervaringen worden gefilterd. Deze filtering is nodig om onze ware aard te vinden.
De Yoga filosofie leert ons via de Sutras van Maharishi Patanjali hoe we onszelf kunnen voorbereiden om dichterbij onze “Ware Ik” te komen. De Yoga Sutras gaat in op de uitleg van de ruis die optreedt in onze waarneming, onder andere in Yoga Sutras 2.3-2.9. De Sutras leggen ook uit dat onwetendheid de onderliggende basis is voor al ons lijden, onder andere in Yoga Sutras 2.23-2.25. De Yoga Sutras 2.26-2.29 behandelen ook enkele manieren waarmee we onze waarneming kunnen verbeteren.
Er zijn verschillende schillen die we langs moeten totdat we de “Ware Ik” ontmoeten. Daarom gaat de Yoga Sutras in het derde en vierde hoofdstuk in op de diepere schillen waaraan we moeten werken. Verschillende andere geschriften behandelen de betekenis van het licht. Vers 18 van hoofdstuk 13 van de Bhagavad Gita herinnert ons aan het echte Licht. De Vedanta filosofie, uitgelegd door Adi Shankara Acharya in verse 22 in Aparokṣānubhūti, creëert de aspiratie (Mumukshatva) en geeft zes disciplines (śama, dama, śraddhā, uparati, titikṣā, samādhāna) om dichter te komen bij het echte Licht dat permanent in ons is en de wil om al het andere los te laten (Vairagya). Het kunnen onderscheiden van wat echt is en wat niet echt is (Vivek) is de allereerste voorwaarde voor de reis van deze aspiratie.
Wanneer de diyá tijdens Divali wordt aangestoken beseffen we ons spiritueel gezien dat we meer zijn dan ons lichaam en geest. De diyá doet dienst als voertuig op reis naar het ware Licht.
[1] Met dank aan mijn vader dhr. B. Nandram, 1 November 2020.